Tijdens de bijeenkomst werd uitgebreid gediscussieerd over de recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) en de implicaties daarvan voor marketinggerelateerde verwerkingen van persoonsgegevens. De advocaten gaven hun visie over de juridische ruimte die organisaties hebben om te vertrouwen op gerechtvaardigd belang, vooral in de context van commerciële belangen.
De bijeenkomst werd afgesloten met een brainstorm over mogelijke manieren om marketinggerelateerde verwerkingen juridisch beter te kaderen. Ook werd gediscussieerd over de invulling van de uitleg van het vereiste ‘redelijkerwijs konden verwachten’, want: wanneer is iets een redelijke verwachting en hoe is dit toepasbaar op de KNLTB-zaak? Al met al een geslaagde sessie, waar veel interessante invalshoeken en mogelijkheden werden besproken.
De concrete invulling van de gerechtvaardigd belang-toets blijft echter onduidelijk tot er uitspraak is gedaan door de Rechtbank Amsterdam, welke wordt verwacht in 2025. DDMA houdt de situatie nauwlettend in de gaten en blijft haar leden informeren over de voortgang van de zaak.